Bladmuziek $25.95

Oorspronkelijk

Il etait une fois a la cour d'Eisenach. Jacques Offenbach. Choir sheet music. Tenor Voice sheet music. Voice Solo sheet music. Grade 3.

Vertaling

Er was een tijd aan het hof van Eisenach. Jacques Offenbach. Koor bladmuziek. Tenor Voice bladmuziek. Voice Solo bladmuziek. Graad 3.

Oorspronkelijk

Il etait une fois a la cour d'Eisenach. from the Opera Les contes d'Hoffman. Composed by Jacques Offenbach. 1819-1880. Arranged by Andreas van Zoelen. For Tenor voice, Male Choir. ad lib. and Concert Band. Grade 3. Full score. Duration 5. 00. Published by Baton Music. BF.BM455-SCORE. At the end of his life Offenbach composed his opera 'Les contes d'Hoffman', but unfortunately he was not able to finish it. The plot tells the story of the poet Hoffmann telling three of his amorous adventures, every time ending with a refusal of his proposing. The aria 'Il etait une fois a la cour d'Eisenach' is sung in the prologue of the Opera. The scene is Luther's tavern in Nurnberg where students are waiting for Hoffmann. He finally arrives and entertains them with the legend of Kleinzach, a dwarf whose incredible ugliness he begins describing. Midway through, though, he goes off on the beauty of a woman he used to know.

Vertaling

Er was een tijd aan het hof van Eisenach. uit de opera Les contes d'Hoffmann. Samengesteld door Jacques Offenbach. 1819-1880. Georganiseerd door Andreas van Zoelen. Voor tenor stem, Mannenkoor. ad lib. en Concert Band. Graad 3. Full score. Duur 5. 00. Gepubliceerd door Baton Music. BF.BM455-SCORE. Aan het eind van zijn leven samengesteld Offenbach zijn opera 'Les contes d'Hoffmann', maar helaas was hij niet in staat om het af. De plot vertelt het verhaal van de dichter Hoffmann vertellen drie van zijn amoureuze avonturen, telkens eindigend met een weigering van zijn indienende. De aria 'Once upon a time in Eisenach hof' wordt gezongen in de proloog van de Opera. De scène is Luthers taverne in Nurnberg waar studenten wachten op Hoffmann. Hij eindelijk arriveert en vermaakt ze met de legende van Kleinzach, een dwerg wiens ongelooflijke lelijkheid begint hij beschrijft. Halverwege, echter, gaat hij af op de schoonheid van een vrouw die hij gebruikt om te weten.