Instrumenten
Ensembles
Opera
Componisten
Performers

Bladmuziek $26.95

Oorspronkelijk

Adagio In D Minor. Jean Sibelius. Cello sheet music. Viola sheet music. Violin sheet music.

Vertaling

Adagio In D Minor. Jean Sibelius. Cello bladmuziek. Viola bladmuziek. Viool bladmuziek.

Oorspronkelijk

Adagio In D Minor composed by Jean Sibelius. 1865-1957. For String Quartet. Score. Published by Fennica Gehrman. FG.042-08785-5. ISBN 979-0-042-08785-5. Nothing is known of how the Adagio for string quartet came to be written. It would, however, appear from the manuscripts that Sibelius originally intended it as the slow movement of his quartet in B flat major. 1890. This would explain why, for example, it does not have a final climax, simply ending with a recapitulation and cadenza. Why, then, did Sibelius reject the Adagio as not being suitable as the slow movement of his quartet. It was a question not of quality but of the style, which he presumably felt did not fit the restrained, classical confines of the B flat major quartet. For in the Adagio Sibelius is already leaving behind his student days bound to tradition. The tonality is questioned right at the beginning, the chords are groping, and not until after bar 20 does the movement arrive at a clear cadence in the main key. Nor is the form of the work unambiguous, since Sibelius is already trying to combine different forms. Thus the rondo-form Adagio also has traces of development and variations.

Vertaling

Adagio In D Minor gecomponeerd door Jean Sibelius. 1865-1957. Voor strijkkwartet. Partituur. Gepubliceerd door Fennica Gehrman. FG.042-08785-5. ISBN 979-0-042-08785-5. Er is niets bekend over hoe het Adagio voor strijkkwartet kwam worden geschreven. Het zou echter blijken uit de manuscripten die Sibelius oorspronkelijk bedoeld als het langzame deel van zijn kwartet in B flat major. 1890. Dit zou verklaren waarom bijvoorbeeld, het geen definitieve climax, het beƫindigen van een recapitulatie en cadenza. Waarom dan heeft Sibelius verwerpen het Adagio als niet geschikt als het langzame deel van zijn kwartet. Het was een kwestie niet van de kwaliteit, maar van de stijl, die hij vermoedelijk voelde niet paste het ingetogen, klassieke grenzen van de Bes kwartet. Want in het Adagio Sibelius is al met achterlating van zijn studententijd gebonden aan traditie. De tonaliteit wordt direct vraagtekens bij het begin, worden de akkoorden betasten, en niet pas na 20 bar doet de beweging te komen tot een duidelijke cadans in de belangrijkste sleutel. Ook de vorm van het werk ondubbelzinnig, aangezien Sibelius al probeert verschillende vormen combineren. Dus de rondo-vorm Adagio heeft ook sporen van ontwikkeling en variaties.