Componisten

Gabriel Fauré

Piano
Stem
Cello
Orkest
Viool
Orgel
Mixed chorus
Sopraan
Bariton
Tenor
Lied
Religious music
Barcarolle
Nocturne
Melodie
Piece
Impromptu
Dans
Cantates
Hymne
op populariteit

#

2 Duets, Op.102 Mélodies, Op.462 Offertories, Op.652 Pieces, Op.1042 Songs, Op.1 (2 Nummers, Op.1)2 Songs, Op.2 (2 Nummers, Op.2)2 Songs, Op.27 (2 Nummers, Op.27)2 Songs, Op.3 (2 Nummers, Op.3)2 Songs, Op.4 (2 Nummers, Op.4)2 Songs, Op.43 (2 Nummers, Op.43)2 Songs, Op.47 (2 Nummers, Op.47)2 Songs, Op.67 (2 Nummers, Op.67)2 Songs, Op.76 (2 Nummers, Op.76)2 Songs, Op.83 (2 Nummers, Op.83)2 Songs, Op.87 (2 Nummers, Op.87)3 Morceaux (3 stuks)3 Nocturnes, Op.333 Romances sans paroles, Op.173 Songs, Op.183 Songs, Op.233 Songs, Op.5 (3 Nummers, Op.5)3 Songs, Op.6 (3 Nummers, Op.6)3 Songs, Op.8 (3 Nummers, Op.8)3 Songs, Op.854 Mélodies, Op.514 Songs, Op.39 (4 Nummers, Op.39)5 Mélodies, Op.58 (5 Melodies, Op.58)8 Nocturnes8 Pièces brèves, Op.84 (8 Kamers kort, Op.84)9 Préludes, Op.103 (9 Preludes, Op.103)

A

Allegro Moderato for 2 CellosAllegro symphonique, Op.68Andante, Op.75Ave Maria in A majorAve Maria, Op.93

B

Ballade, Op.19Barcarolle No.1, Op.26Barcarolle No.11, Op.105Barcarolle No.12, Op.106Barcarolle No.13, Op.116Barcarolle No.2, Op.41Barcarolle No.3, Op.42Barcarolle No.4, Op.44Barcarolle No.5, Op.66Barcarolle No.6, Op.70Barcarolle No.7, Op.90Barcarolle No.8, Op.96Barcarolle No.9, Op.101Berceuse, Op.16

C

Caligula, Op.52Cantique de Jean RacineCello Sonata No.1, Op.109Cello Sonata No.2, Op.117C'est la paix, Op.114 (Het is vrede, Op.114)Chanson, Op.94

D

Dolly (Popje)

E

Ecce fidelis servus, Op.54 (Ecce fidelis Servus, Op.54)En prière (Bidden)

F

Fantaisie, Op.111Fantaisie, Op.79

H

Hymne à Apollon

I

Il est né le divin enfant (Hij werd geboren het goddelijk kind)Impromptu No.1, Op.25Impromptu No.2, Op.31Impromptu No.3, Op.34Impromptu No.4, Op.91Impromptu No.5, Op.102Impromptu No.6, Op.86

L

La bonne chanson, Op.61La chanson d’Ève, Op.95 (Lied van Eve, Op.95)La naissance de Vénus, Op.29 (De geboorte van Venus, Op.29)L'aurore s'allume (Aurora lichten)Le don silencieux, Op.92 (De stille gift, Op.92)Le jardin clos, Op.106Le ruisseau, Op.22 (Le Ruisseau, Op.22)Les Djinns, Op.12L'horizon chimérique, Op.118 (Het chimere horizon, Op.118)

M

Madrigal (Madrigaal)Masques et Bergamasques, suite, Op.112 (Maskers en Bergamo, suite, Op.112)Mazurka, Op.32Mélodies (Melodies)Messe basseMirages, Op.113Morceau de Concours (Song Contest)

N

Nocturne No.10, Op.99Nocturne No.12, Op.107Nocturne No.13, Op.119Nocturne No.4, Op.36Nocturne No.5, Op.37Nocturne No.6, Op.63Nocturne No.7, Op.74Nocturne No.9, Op.97Noël d’enfants (Kids Kerst)

P

Papillon, Op.77PavanePelléas et Mélisande (Pelleas et Melisande)Pénélope (Penelope)Piano Quartet No. 1 (Piano Quartet No 1)Piano Quartet No. 2 (Piano Quartet No 2)Piano Quintet No.1, Op.89Piano Quintet No.2, Op.115Piano Trio, Op.120Pleurs d'or, Op.72 (Tranen van goud, Op.72)Poème d’un jour, Op.21 (Gedicht een dag, Op.21)Prométhée

R

RequiemRomance, Op.28 (Romantiek, Op.28)Romance, Op.69 (Romantiek, Op.69)

S

Sérénade du Bourgeois gentilhomme (Serenade of the Bourgeois Gentilhomme)Sérénade, Op.98 (Serenade, Op.98)Shylock, suite, Op.57 (Shylock suite, Op.57)Sicilienne, Op.78Souvenirs de Bayreuth (Herinneringen aan Bayreuth)String Quartet

T

Tantum ergo sacramentumTantum ergo, Op.55Thème et variations, Op.73 (Theme and Variations, Op.73)Trois mélodies, Op. 7Tu es Petrus

U

Une châtelaine en sa tour, Op.110 (Een dame in haar toren, Op.110)

V

Valse-Caprice No.1, Op.30Valse-Caprice No.2, Op.38Valse-Caprice No.3, Op.59Valse-Caprice No.4, Op.62Vieille chanson (Oude lied)Violin Sonata No.1, Op.13Violin Sonata No.2, Op.108Vocalise-étude (Vocalise-studie)

É

Élégie
Wikipedia
Gabriel Urbain Fauré (Pamiers, 12 mei 1845 – Parijs, 4 november 1924) was een van de belangrijkste Franse componisten van zijn generatie, samen met zijn jongere tijdgenoten Claude Debussy en Maurice Ravel. Fauré is bekend om zijn pianomuziek, kamermuziek en liederen. Tevens heeft hij de Franse religieuze muziek vernieuwd - het Requiem behoort tot zijn bekendste werken. Ook opera's behoren tot zijn oeuvre, maar die hebben geen repertoire gehouden.
Fauré studeerde aan de kerkmuziekschool van Louis Niedermeyer in Parijs, waar onder anderen Camille Saint-Saëns een van zijn leraren was, waarna hij organist werd, eerst in Rennes en later in verscheidene Parijse kerken. In 1897 werd hij docent compositie aan het Conservatoire national supérieur de musique van Parijs en in 1905 directeur van dit instituut. Voornoemde Ravel en George Enescu behoorden tot zijn leerlingen.
Hij was jarenlang verbonden aan de Parijse Madeleinekerk, eerst als koordirigent, daarna (vanaf 1896) als organist. Hij schreef er onder meer zijn Requiem. Het behoort vandaag nog tot zijn meest uitgevoerde werken. De compositie is opgebouwd rond het overbekende Pie Jesu. In de keuze van de teksten voor zijn requiem was hij kieskeurig. De hardste woorden, met name het 'Dies Irae' (dag des oordeels) liet hij weg. Zijn opvattingen over de dood waren niet gitzwart. "Het is een vreugdevolle bevrijding, een verlangen naar geluk aan de andere kant van het graf, eerder dan een pijnlijke ervaring". Die hoopvolle, harmonische toon is in zijn Requiem duidelijk merkbaar.
In zijn composities zocht hij naar een evenwicht tussen romantische gevoeligheid en strenge compositieregels om te komen tot een eigen stijl, een compromis tussen muzikale taal en vormgeving.
De melodiek en harmoniek van het gregoriaans hielp hem zijn gevoel voor romantische hopeloosheid en overdaad te bedwingen. Zijn muziek is vooral ingetogen en fijnzinnig. Hij schreef vooral voor kleine bezettingen.
Tot Faurés leerlingen behoorden Florent Schmitt, Maurice Ravel en Jean Roger-Ducasse.