Componisten

Jacques Ibert

Piano
Orkest
Fluit
Harp
Stem
Viool
Hobo
Cello
Klarinet
Fagot
Piece
Lied
Concerto
Dans
Suite
Interlude
Chanson
Ballades
Wals
Symfonie
op populariteit

#

2 Chants de carnaval (2 Nummers carnaval)2 Interludes2 Mélodies (2 Melodies)2 Mouvements (2 Movements)2 Stèles orientées (2 Grafstenen georiënteerde)3 Chansons de Charles Vildrac3 Pièces (3 Kamers)3 Pièces brèves (3 Short Pieces)5 Pièces en trio (5 Pieces trio)6 Pièces pour harpe à pédales

A

Aria (Lucht)

B

BalladeBostoniana

C

Capriccio (Gril)CaprilenaCello ConcertoChanson du rien (Niets Song)Concertino da camera (Concertino kamer)Conga Safia

D

Diane de PoitiersDivertissement (Vermaak)

E

En barque, le soir...Entr'acteEscales (Stops)

F

Féerique (Fee)Félicie Nanteuil (Felicie Nanteuil)Flute ConcertoFrançaise (Frans)

G

Ghirlarzana

H

Histoires (Verhalen)Hommage à Mozart

I

Impromptu (Improvisatie)

J

Jeux (Games)

L

La Ballade de la Geôle de ReadingLa verdure dorée (Gouden groen)Le chevalier errant (Dolende ridder)Le vent dans les ruines (De wind in de ruïnes)Les rencontres (Vergaderingen)L'espiègle au village de Lilliput (Speels in het dorp Lilliput)Louisville-concert

M

Matin sur l'eau (Ochtend op het water)Mélopée

N

Noël en Picardie

O

Ouverture de fête (Opening Party)

P

Pastoral (Pastorale)Petite suite en 15 images (Petite Suite 15 foto's)Pièce (Kamer)Pièce romantique (Romantische kamer)

R

Reflets dans l'eau (Reflecties in het water)

S

Scherzetto (Behandelen)String QuartetSuite élisabéthaineSuite symphonique (Symphonic Suite)Symphonie concertanteSymphonie marine (Symphonie mariene)

T

Toccata sur le nom d'Albert Roussel (Toccata op de naam van Albert Roussel)Trio for Violin, Cello, and Harp (Trio voor viool, cello en harp)

V

Valse for L'éventail de Jeanne (Waltz for Het bereik van Jeanne)

É

Étude-caprice pour un ‘Tombeau de Chopin’ (Studie-caprice voor een 'Tomb van Chopin')
Wikipedia
Jacques François Antoine Ibert (Parijs, 15 augustus 1890 – aldaar, 5 februari 1962) was een Frans componist en dirigent.
Zijn eerste muziekles kreeg hij van zijn moeder. Vanaf 1910 studeerde hij in Parijs aan het Conservatoire national supérieur de musique bij André Gédalge, Paul Vidal en Gabriel Fauré. Zijn studies werden onderbroken door de Eerste Wereldoorlog, waar hij als marineofficier gedurende 1917 en 1918 in Duinkerke gelegerd was. In 1919 won hij met zijn cantate Le poète et la fée de prestigieuze Prix de Rome. Verbonden daaraan was een driejarig verblijf in de Villa Medici in Rome. Daar ontstonden de symfonische fresco's Escales. Deze compositie verbeeldt muzikale reisherinneringen aan de exotische bekoring van verschillende havens aan de Middellandse Zee; verder een symfonisch gedicht naar Oscar Wilde La ballade de la geôle de Reading en de orkestfantasie Persée et Andromède.
Na zijn terugkeer in Parijs vond hij inspiratie voor het neoclassicisme. Vanuit de toneelmuziek die nu ontstond, koos hij een reeks orkeststukken met het doel van concertante uitvoeringen, zoals Divertissement een zesdelige reeks naar de toneelmuziek bij Un chapeau de paille d'Italie van Eugène Labiche en de symfonische suite Paris, die op humoristische manier indrukken van de Metro naar het Bois de Boulogne weerspiegelt en soms aan George Gershwin herinnert (An American in Paris).
In 1937 werd hij directeur van de Académie de France in de Villa Medici in Rome, waar hij met uitzondering van de jaren in de Tweede Wereldoorlog tot 1960 verbleef. Verder leidde hij in 1955-1956 de Parijse opera en de Opéra Comique.
Tot zijn leerlingen behoort de Belgische componist Jean Louël.
Als vrije componist in dubbele zin nam hij lange tijd geen baan aan en rekende hij zich nooit tot een bepaalde groep of stijlrichting.