Componisten

Johann Joseph Fux

Stem
Mixed chorus
Sopraan
Tenor
Alt
Bas
Orkest
Viool
String ensemble
Fagot
Religious music
Mis
Ouverture
Offertories
Graduale
Sonate
Suite
Communion
Sinfonia
Psalmen
op populariteit

#

2 Partitas (2 Partita)

A

Ad te Domine levavi, K.153Angelis suis, K.143Asperges me, K.204Ave Maria, K.151Ave Regina

B

Benedixisti Domine, K.150

C

Concentus Musico-Instrumentalis, Op.1Confitebur, K.79Costanza e fortezza, K.315 (Standvastigheid en vastberadenheid, K.315)

D

Deus tu convertens, K.149Dicite pusillanimes, K.286Domine fac mecum misericordiam, K.155Domine in auxilium meum, K.154 (Domine in Auxilium meum, K.154)Dominus dabit benignitatem, K.285

E

Ecce virgo concipiet, K.287Et mane videbitis gloriam, K.142 (Et manen videbitis gloriam, K.142)Ex Sion species decoris ejus, K.139 (Ex Sion soorten Decoris ejus, K.139)Excita potentiam, K.140 (Excita Potentiam, K.140)

G

Gesu Cristo negato da PietroGradus ad Parnassum

I

In justitia tua, K.282Intende voci orationis meae, K.156 (Intende Voci orationis meae, K.156)

L

La Deposizione dalla Croce di Gesù Cristo Salvator nostro, K.300Laetare turbaLaudate pueri, K.86Laudate pueri, K.deest (Laudate Pueri, K.deest)Libera me, K.54

M

Mehrfach besetzte Instrumentalwerke (Meerdere bezette instrumentale werken)Messa di San Carlo, K.7Missa in C major, K.46Missa Purificationis, K.28Missa Quadragesimalis, K.29Missa Sanctissimæ Trinitatis, E.113Missa Sti. Joannis Nepomucensis, K.34aMotetten

N

Nisi Dominus, K.deestNon confuntentur Domine, K.137 (Niet confuntentur Domine, K.137)

O

Omnibus qui invocant eum, K.141Ouverture in B-flat major, K.deest (Ouverture in Bes majeur, K.deest)Ouverture in D minor, K.deestOverture in C major, K.334Overture in C major, K.356Overture in D minor, K.357Overture in F major, K.354Overture in G minor, K.355Overture in G minor, K.359

P

Partita in G minor, K.324Plaudite, sonat tubaPolluerunt templum, K.253 (Polluerunt Templum, K.253)Pulcheria, K.303

R

Requiem aeternam, K.146 (Requiem Aeternam, K.146)Requiem aeternam, K.147 (Requiem Aeternam, K.147)Requiem in C minor, K.51Revelabitur gloria Domini, K.284Rondeau in C major (Rondeau in C majeur)

S

Santa Dimpna infanta d'Irlanda, K.300aSerenade in C major, K.352Sinfonia a 3 in C major, K.331Sinfonia in B-flat major, K.353 (Sinfonia in Bes majeur, K.353)Sinfonia in F majorSingfundamentSonata à 3 in D minor, K.342Sonata for 3 Violins in F major, ULB Mus.Ms.334 (Sonate voor 3 violen in F majeur, ULB Mus.Ms.334)Sonata in B-flat major, K.344Sonata in G minor, K.347Sonata in G minor, K.394Suite in F major, K.335

T

Tollite portas, K.152 (Tollite Portas, K.152)Trio Sonata in A major, K.340Trio Sonata in F majorTrio Sonata in G minor, K.deest

V

Veritas mea, K.157Veritas mea, L.32Vitae forma, K.278

W

Werke für Tasteninstrumente
Wikipedia
Johann Joseph Fux (Hirtenfeld bij Langegg, 1660 – Wenen, 13 februari 1741) was een componist, muziektheoreticus en muziekpedagoog uit het keizerrijk Oostenrijk. Hij is bekend als auteur van Gradus ad Parnassum, een werkstuk in contrapunt en een enorm invloedrijk werk over de Renaissance-polyfonie (Palestrina). Bijna alle cursussen over renaissance-contrapunt zijn schatplichtig aan dit werk.
Fux was een boerenzoon uit Hirtenfeld. Er is relatief weinig bekend over zijn jeugd, maar waarschijnlijk volgde hij muzieklessen in de buurt van Graz. In 1680 werd hij er toegelaten aan de Jezuïeten-universiteit, waar zijn muzikaal talent verder tot ontwikkeling kwam. Hij werd organist aan de St Moritzkerk tot 1688. Gedurende deze periode reisde hij waarschijnlijk naar Italië, dit blijkt uit de sterke invloeden van Arcangelo Corelli en andere Bolognese componisten op het werk dat hij in deze periode creëerde.
Vanaf 1690 verbleef hij te Wenen waar hij, dankzij enkele missen die hij componeerde, de aandacht trok van keizer Leopold I. Deze was zo onder de indruk dat hij Fux steunde in de verdere ontwikkeling van zijn carrière. In 1698 nam Leopold hem aan als hofcomponist. Fux bleef aan het hof en overleefde Leopold I en zijn twee opvolgers, keizer Jozef I en keizer Karel VI. Hij was erg beroemd als componist in die tijd.
In 1700 reisde Fux terug naar Italië waar hij studeerde te Rome; waarschijnlijk begon hier zijn fascinatie voor Palestrina.
Hoewel zijn muziek na de barokperiode niet meer aansprak, bleef hij toch erkenning genieten als meester van het contrapunt. Talloze componisten werden beïnvloed door zijn boek Gradus ad Parnassum (1725). Fux' oeuvre werd gecatalogiseerd door Ludwig von Köchel, de man die ook verantwoordelijk is voor de naar hem genoemde Köchelcatalogus van Mozarts werk.