Max Bruch
#
12 Schottische Volkslieder2 Cantatas, Op.312 Klavierstücke, Op.14 (2 Pieces for Piano, Op.14)4 Pieces for Cello and Piano, Op.70 (4 stukken voor cello en piano, Op.70)6 Klavierstücke, Op.12 (6 stukken voor piano, Op.12)7 Kleine zwei- und dreistimmige Gesänge, Op.67 Lieder, Op.71 (7 Songs, Op.71)8 Pieces for Clarinet, Viola and Piano, Op.83 (8 stukken voor klarinet, altviool en piano, Op.83)9 Lieder, Op.60A
Achilleus, Op.50Adagio appassionato, Op.57 (Passionate Adagio, Op.57)Adagio on Celtic Melodies, Op.56 (Adagio op Celtic Melodies, Op.56)Arminius, Op.43Ave Maria, Op.61C
Canzone, Op.55Concerto for Clarinet, Viola, and OrchestraConcerto for Two Pianos and Orchestra (Concert voor twee piano's en orkest)D
Das Feuerkreuz, Op.52 (De vurige kruis, Op.52)Das Lied vom Deutschen Kaiser, Op.37Das Lied von der Glocke, Op.45 (Het Lied van de Bell, Op.45)Die Birken und die Erlen, Op.8 (De berken en elzen, Op.8)Die Loreley (De Loreley)Die Macht des Gesanges, Op.87 (De kracht van het lied, Op.87)F
Fantaisie for 2 Pianos, Op.11 (Fantaisie voor 2 piano's, Op.11)Frithjof, Op.23G
Gruss an die heilige Nacht, Op.62Gustav Adolf, Op.73H
Hymne, Op.64I
In der Nacht, Op.72In Memoriam, Op.65K
Kol NidreiKonzertstück, Op.84L
Lieder und Tänze nach Russischen und Schwedischen Volksmelodien, Op.79M
Moses (Mozes)N
Normannenzug, Op.32O
OctetOdysseus, Op.41Osterkantate, Op.81P
Piano QuintetPiano Trio, Op.5R
Romance in A minorRomanze, Op.85Rorate coeli, Op.29S
Salamis, Op.25Scherz, List und Rache, Op.1Schön Ellen, Op.24 (Mooi Ellen, Op.24)Scottish FantasySerenadeSerenade nach schwedischen MelodienString Quartet No.1, Op.9String Quartet No.2, Op.10Suite nach russischen Volksmelodien, Op.79bSwedish Dances, Op.63 (Zweedse Dances, Op.63)Symphony No.1, Op.28Symphony No.2, Op.36Symphony No.3, Op.51V
Violin Concerto No. 1 (Violin Concerto No 1)Violin Concerto No. 3 (Violin Concerto No 3)Violin Concerto No.2, Op.44W
Wiegenlied der Hirten (Lullaby of the Shepherds)WikipediaMax Christian Friedrich Bruch (Keulen, 6 januari 1838 – Berlijn, 2 oktober 1920) was een Duits componist.
In 1858 bracht hij zijn operette Scherz, List und Rache, naar een tekst van Goethe, in Keulen voor het eerste ten gehore. Hij verbleef twee jaar in München en daarna werkte hij van 1865 tot 1867 als dirigent in Koblenz. In deze tijd componeerde hij het beroemde Concert voor viool en orkest in g klein, opus 26. Het is een heel romantisch stuk en bijna alle beroemde violisten hebben dit inmiddels op hun repertoire staan.
Bruch genoot een grote populariteit en hij verkreeg drie eredoctoraten. Hij componeerde ook Kol Nidrei, een reeks variaties voor cello en orkest naar een joods gebed.
Bruch schreef behalve het eerdergenoemde concert nog twee vioolconcerten, een Schotse Rapsodie voor viool en orkest, een romance voor altviool en orkest, drie symfonieën en een groot aantal koorwerken, zoals de koorballade Schön Ellen. Dit behoorde in de negentiende eeuw tot de meest uitgevoerde koormuziek. Bruch overleed in Berlijn op 82-jarige leeftijd.
Bruchs werken getuigen van een gevoel voor unieke melodieën en een nadruk op traditionele compositiestructuren. Hoewel Bruch zich voor vocale muziek interesseerde, zijn zijn beste werken in het gebied van de instrumentale muziek (symfonieën en concerten) te vinden.
Bruchs idealen stonden reeds vanaf het begin van zijn loopbaan als componist vast en zouden tot aan zijn dood niet in het geringste veranderen. Onmiskenbaar is dan ook de hoge waardering die hij had voor het werk van zijn vriend
Johannes Brahms en van Felix Mendelssohn Bartholdy. Tot zijn grote teleurstelling bleef hij in de schaduw van de oppermachtige Brahms staan, met wie hij zijn hele leven lang vergeleken werd. Daarbij koesterde Bruch een levendige interesse voor Duitse volksliederen. Hij bestreed vanaf het begin de Neudeutsche Schule rondom
Franz Liszt en
Richard Wagner.
Reeds tijdens zijn leven tekende zich af wat nu realiteit is: het algemene beeld van de componist Bruch beperkt zich tot zijn eerste vioolconcert; een feit dat Bruch verbitterd maakte. De oorzaken van deze relatieve onverschilligheid voor zijn werken zijn divers: Bruch was een conservatieve componist, die rond de eeuwwisseling een anachronisme werd – hij verdedigde zijn artistieke visie als de enige juiste. Met heftige uitvallen leverde hij kritiek op
Richard Strauss en
Max Reger. Tijdens het Duitse nationalisme werd hij vanwege zijn Kol Nidrei als jood beschouwd, verdween hij uit de programmaboekjes en werden zijn werken in de Duitstalige gebieden geheel vergeten.